Esther in Zweden: “Off grid-leven? Dat kan ook comfortabel!”

Mijn partner Stef is gedreven om zo min mogelijk afhankelijk te zijn van de maatschappij. Maar kleren wassen op de hand doe ik liever niet en rondslepen met emmers regenwater ook niet. Natuurlijk, als het moet overleef ik het wel. We hebben tien jaar lang in de winter meerdaagse sledehondentochten georganiseerd, buiten geslapen bij min vijfentwintig graden, gaten in het ijs geboord om aan water te komen, soep gemaakt op een kampvuur en ik leef nog.

Maar uiteindelijk houden mijn partner en ik allebei wel van een beetje basiscomfort. Ja, wij hebben een off grid-leven, maar wel comfortabel.

Avontuur - Off grid-leven
Foto’s: Esther Quatfass

Wedstrijdje afzien? Ons niet gezien!

Er komen soms off grid-verhalen voorbij van mensen die min of meer zonder stroom leven en een soort van terug willen gaan naar de prehistorie, lijkt het wel. Dat is mooi als het je aanspreekt en zo blijft er misschien waardevolle kennis en kunde bewaard. Maar als ik sommige discussies voorbij zie komen, lijkt een off grid -leven af en toe wel op een wedstrijdje afzien, terwijl dat helemaal niet nodig is. Dat bewijst Stef al jaren. 

“Hij heeft veertig zonnepanelen aangesloten op een hele berg batterijen met een inverter ertussen. We hebben een elektrische wasmachine en een elektrisch fornuis.”

Een deel van het jaar koken we elektrisch en een ander deel op een gasfornuis met flessen, die we – nu in ieder geval nog – overal kunnen kopen. Koken op de houtkachel kan ook, als dat echt zou moeten. Naast de houtkachel hebben we elektrische verwarmingselementen in huis. Water opwarmen doen we met een elektrische boiler, of door een vuurtje te stoken onder in een houtboiler. Daarin kan tachtig liter en in de donkere winter, als we weinig energieopbrengst hebben, doe ik na het douchen de afwas en vullen we de wasmachine met heet water uit die tank. 

Ook in dit off grid-leven hebben we keuze

Op de dagen dat we de houtboiler niet aandoen, om brandhout uit te sparen, was ik me met water uit een emmer opgewarmd op de houtkachel. Het water komt trouwens uit een put die zich een stuk op de heuvel bevindt, waardoor we niet eens een pomp nodig hebben en het ook zonder elektriciteit zo uit de kraan stroomt. Afhankelijk van hoe donker, koud, licht en warm het is, hebben we dus verschillende opties. Ook op het gebied van auto’s, de één gebruikt benzine, de ander is elektrisch. En wanneer het hier in de noordelijke helft van Zweden in de winter te donker is, hebben we als backup een generator staan. 

Off grid-leven is niet persé mijn hobby, hoewel ik het wel steeds meer waardeer en ook stapje voor stapje bijleer over de elektriciteitsvoorziening. Dat hele systeem blijf ik spannend vinden.

“We hebben een behoorlijke bom aan batterijen staan. Daar moet je geen foutje mee maken, want dan vliegt je woning zo de lucht in.”

Een verzekering hebben we niet want die kun je niet afsluiten als je een off grid-leven leeft en de elektriciteitsvoorziening niet door een instantie is gekeurd. Maar veel verzekeringen verkopen toch vooral gebakken lucht, als je het mij vraagt.

Wat eten we vandaag?

De grootste uitdaging is om zelf aan eten komen. Af en toe heb ik een kleine moestuin gehad en jaren terug hadden we kippen. Het is allemaal haalbaar in deze koude streek, maar vergt wel extra aandacht. Je moet de kippen warm houden, wat energie kost en de aarde en de plantjes moeten flink gepamperd worden. Het zaden van planten moet binnen gebeuren, want het vriest hier tot ver in mei en zelfs in juni kan het nog te koud zijn voor de jonge plantjes om dag en nacht buiten te staan.

“In mei kunnen de jonge plantjes wel naar een kas verhuizen, maar die moet verwarmd worden als de nachten te koud zijn. Doordat het lang duurt tot de grond ontdooid is, kunnen de planten pas rond eind juni echt helemaal naar buiten.”

Ook moet ik ze goed bemesten, want de grond hier is arm. Ik heb een compostbak, een wormenbak, genoeg plantenpotten en andere hulpmiddelen, maar het lukt me nog niet om op een constitente manier aan mijn eigen groente te komen. Dat komt ook doordat we meerdere keren zijn verhuisd en steeds van alles moesten verbouwen. Bovendien zijn we een aantal jaren zoet geweest met de revalidatie van Stef, nadat hij betrokken was geraakt bij een zwaar auto-ongeluk

Conclusie: stads- of het off grid-leven?

Mijn volgende wens is een ondergrondse bewaarruimte. We wonen in een klein houten huis en hebben hier geen inpandige kelder. Maar er zijn prachtige betonnen en kunststoffen kelders te koop, die je kunt ingraven. Hopelijk komen we daar na de winter aan toe, want ik ben net klaar met het legen van een plastic ton waar we eten in hadden bewaard, en dat was geen fris klusje.

“De ton sloot niet hermetisch af, waardoor er toch insecten in zijn gekomen. Met als gevolg maden, schimmel en zurig vocht dat overal is ingetrokken. Zeg maar dag tegen de voorraad.”

Leven in de natuur kent haar uitdagingen, maar dat geldt ook voor leven in een stad. Daar kom ik vandaan. Amsterdam. Het soort uitdagingen in de stad zijn totaal anders en hoewel het met vallen en opstaan blijft gaan, ben ik toch liever in de natuur. Na vijftien jaar afgelegen in het bos te wonen, kan ik die conclusie wel trekken. In ieder geval zolang ik mijn sokken en onderbroeken, of vooral de handdoeken en dekbedovertrekken, niet in een teiltje langs een rekje hoef te halen.

Over dit Wereldwijf: Esther Quatfass - Zweden

Hej. Ik ben Esther en ik woon sinds 2014 met mijn partner in Västerbotten, Zweden. Daarvoor woonden we 7 jaar in Estland en oorspronkelijk kom ik uit Amsterdam. Ik houd ervan om afgelegen in de natuur te wonen, waar ik heerlijk kan schrijven aan mijn boeken en waar mijn partner zich met zijn sledehonden bezighoudt. Voor de Wereldwijven schrijf ik graag over de wisselwerking tussen de natuur, mijn belevenissen en mij als persoon.