Yolanthe zorgt voor onderwijs en voedsel in het Amazone gebied van Peru: “Het is ploegen, ploegen. Maar ik doe niets liever.”
“Het moeilijkste aan het werk dat ik hier doe, zijn de talloze tragische situaties waar ik niets aan kan doen”, vertelt Yolanthe van de Graaff vanuit Iquitos, een exotische stad midden in het Peruaanse hart van het tropische Amazone gebied. Het is het enige moment in het gesprek dat haar gezicht even betrekt. Binnen een mum van tijd zijn haar vrolijke, aanstekelijke lach en positieve energie terug.
Yolanthe woont en werkt inmiddels twintig jaar in Iquitos, ooit een welvarend bolwerk van natuurlijk rubber en onsterfelijk gemaakt in de filmklassieker Fitzcarraldo, waar ze zich met het succesvolle onderwijsproject El Manguare onvermoeibaar inzet om de kinderen in de talrijke, zeer arme achterstandswijken, een beter leven en toekomst te bieden.
Corona en het gat tussen arm en rijk
Maar de corona-pandemie maakt het leven voor deze kinderen en hun ouders inmiddels zeer ingewikkeld. Peru werd alom geprezen toen het op 15 maart als eerste land in Latijns Amerika, een van de strengste lockdowns ter wereld af kondigde.
“We mogen alleen tussen zes en tien uur uur ’s ochtends de straat op om boodschappen te doen. Overal staan militairen die heel streng controleren, je vervoermiddel in beslag nemen en hoge boetes uitdelen als je je niet aan de regels houdt.”
Het ging Peru de laatste jaren economisch voor de wind maar de corona-crisis heeft de schrijnende ongelijkheid tussen arm en rijk nog scherper uitgelicht. De regering zegde weliswaar een omvangrijk hulppakket noodmaatregelen toe voor 26.400 miljoen dollar (12 procent van het BNP), de overheidssteun komt echter niet bij de meest kwetsbare bevolkingsgroep terecht. In Peru werkt meer dan 70 procent in de informele arbeidssector, in Iquitos ligt dit percentage zelfs op 80 procent.
“Werknemers mochten hun pensioen vervroegd opnemen maar deze groep heeft daar geen recht op omdat ze nergens in het systeem staan. Zelfstandige ondernemers kunnen een bonus aanvragen, maar dat geldt alleen voor geregistreerde bedrijven, die vind je in Iquitos niet”.
Bovendien heeft slechts 38 procent van de Peruanen een eigen bankrekening. Andere maatregelen van de overheid haalden ook weinig uit.
“De voedselhulp van de overheid is hier niet aangekomen of de producten waren verlopen. Al deze mensen en dus ook de gezinnen waar wij mee werken, hebben simpelweg geen inkomsten wanneer ze niet iedere dag de straat op gaan om bijvoorbeeld wat groente of vis te verkopen”.

De slechte gezondheidszorg
Enkel 3,3 procent van het bnp van Peru wordt geïnvesteerd in gezondheidszorg, alleen in Venezuela ligt dat cijfer lager (o,8 procent). Inmiddels heeft het land volgens de officiële cijfers na Brazilië de meeste besmettingen, meer dan 214.000, en is het na Brazilië en Ecuador het land met de meeste sterfgevallen op het continent, 6109, op het moment van schrijven. In Iquitos ontstond al snel een desastreuze situatie.
“De mensen bleven de straat op gaan. Bovendien is social distancing in een huis van vier bij vier met twee kamers zonder stromend water, waar soms wel twintig mensen wonen, onmogelijk. Er vielen hier wel 40, 50 doden per dag, mensen lagen op straat door het gebrek aan bedden. Er waren geen tests, het ziekenhuis had geen medicijnen behalve paracetamol, te weinig artsen en slechts acht flessen zuurstof beschikbaar, terwijl er zeshonderd nodig waren”.
De lockdown is voor nu verlengd tot 30 juni, de langste ter wereld. Het werk voor El Manguare gedurende al deze jaren, confronteert Yolanthe dagelijks met de nietsontziende levensomstandigheden voor het overgrote deel van de bevolking van Iquitos. Daar komt de corona-crisis nog eens bovenop. Inmiddels worden de inwoners van Iquitos in grote getale ziek en lijden bovendien honger.

Back to the basics
Toen ze in ’96 voor het eerst in Peru op reis ging met haar moeder en een tante die in Lima woonde, sprongen vooral de unieke kanten van het lokale bestaan eruit.
“Ik was meteen gefascineerd, vooral in Iquitos. Met een krakende radio en wat bier had je al snel een dansfeestje op straat. Het voelde alsof ik op een andere planeet was, of beter, op een planeet met dertig lagen eraf, back to the basics. Zo zijn mensen echt, vond ik, ongecompliceerd en natuurlijk, zonder onnodige formaliteiten”.
Ze had een huis gekocht in Amsterdam en was bezig met het opzetten van een werving-en selectie bureau. Iquitos bleef haar aantrekken.
“De volgende stap in Nederland was een net iets groter huis geweest, een net iets betere baan, sociale status en een materiële upgrade. Niks mis mee hoor, maar het voelde niet als de uitdaging van mijn leven”.
Na een aantal vervolgreizen in Peru besloot ze in het millenniumjaar 2000 de sprong in het diepe te wagen. Ze verkocht haar huis, droeg haar aandeel in het bedrijf over en vertrok naar Iquitos, waar ze de eerste drie jaar Nederlandse en Engelse les gaf.

Een kindertehuis in the middle of nowhere
In de op één hand te tellen internationale gemeenschap van de stad, ontmoette ze een Nederlandse psychologe, die vrijwilligerswerk deed. Zij vroeg of Yolanthe interesse had om haar werkzaamheden bij het kindertehuis Arco Iris, een initiatief van een in Nederland woonachtig echtpaar, over te nemen.
“En toen stapte na twee weken de Peruaanse directrice plotseling op en vroegen ze me om het huis te gaan runnen. Ik kwam natuurlijk net kijken en wist niets van het lokale familierecht. Ach dat leer ik wel, dacht ik.”, zegt ze met haar kenmerkende doortastendheid.
Inmiddels had Yolanthe zelf een gezin met kleine kinderen maar schrok er niet voor terug om daarnaast de verantwoordelijkheid voor het welzijn van de veertig kinderen afkomstig uit probleemgezinnen in het tehuis op zich te nemen.
Mishandeling en kinderarbeid
Iquitos telt 600.000 inwoners en is moeilijk bereikbaar.
“Vanuit de hoofdstad Lima zit je twee dagen in de auto en vijf dagen op een boot om er te komen. De regio is rijk aan grondstoffen, waaronder petroleum maar vanwege de gecompliceerde logistiek heeft de industrie zich in andere delen van de regio veel meer ontwikkeld dan in Iquitos. Eén procent van de inkomsten verkregen uit lokale grondstoffen wordt door de nationale overheid aan de provincie uitgekeerd maar er is veel corruptie”.
Ondanks de hoge werkloosheid zijn er geen projecten om de werkgelegenheid te stimuleren of sociale voorzieningen. De ingewikkelde logistiek zorgt er ook voor dat veel producten, waaronder medicijnen, aanzienlijk duurder zijn dan in de hoofdstad.
“Een strip paracetamol met tien tabletten kost 5 soles (1,30 Euro) dat is voor de mensen hier niet te betalen. Ze komen aan hun eerste levensbehoeften via een soort ruilhandel. Ik repareer jouw brommer voor wat melk en eieren”.
Tachtig procent van de stad bestaat uit achterstandswijken waar kinderen onder zorgwekkende omstandigheden leven.
“Veel kinderen hebben bloedarmoede, worden mishandeld en kinderarbeid komt regelmatig voor”.

Onderwijs tegen armoede en ongelijkheid
Bij het kindertehuis Arco Iris waar ze zeven jaar werkzaam was, merkte Yolanthe bovendien hoe dramatisch het gesteld was met het onderwijs aan de kinderen. De leerkrachten op de staatsscholen beschikken nauwelijks over leermaterialen en hadden geen enkel benul van het niveau van hun leerlingen.
In 2006 kwam Mariëlle Pepels, lerares basis- en speciaal onderwijs, het team van Arco Iris versterken. Samen zetten ze een onderwijsproject op en trainden de leerkrachten van de buurtschool in een nieuwe positieve en meer interactieve manier van les geven. Ze ontwikkelden hun eigen onderwijsmethode, taal- en rekenboeken en andere educatieve materialen.
“We realiseerden ons dat we op deze manier veel meer kinderen konden bereiken om hen een betere overlevingskans te geven”.
Vanaf 2009 besloten Yolanthe en haar team zich volledig te wijden aan het verbeteren van het onderwijs in de achterstandswijken van Iquitos, en richtten El Manguare op. Het project groeide organisch.
“Toen we de leerkrachten eenmaal getraind hadden en de educatieve materialen op orde waren, bleek een groot deel van de kinderen niet eens een potlood vast te kunnen houden”.
Van de jungle naar de stad
De meeste gezinnen in de wijken waar El Manguare actief is, zijn vanuit de omliggende Amazone jungle naar de stad verhuisd. “De heersende mentaliteit is dat kinderen vanaf zeer jonge leeftijd moeten helpen om brood op de plank te krijgen. Vanuit die instelling wordt een kind van drie geslagen en uitgescholden omdat het geen bezem kan vast houden. Er is veel onwetendheid”. Kleuterscholen zijn duur, waardoor veel ouders het niet op kunnen brengen of het onderwijsniveau ligt erg laag.
Naast het totale gebrek aan spelen, boekjes lezen en kind mogen zijn thuis, zorgt dit ervoor dat de leerlingen die op de basisschool instromen weinig creativiteit ontwikkelen en een laag concentratievermogen en zelfbeeld hebben. Na het afnemen van testen bleek tachtig procent een leerachterstand te hebben. Yolanthe en haar collega’s besloten een VBO (Voorbereidend Basis Onderwijs) school op te richten. Een soort extra jaar kleuterschool, waarmee de kinderen goed voorbereid worden op zelfstandig lezen en schrijven en de leerling-uitval en het analfabetisme wordt teruggedrongen. Voordien maakte 20 procent van de leerlingen niet eens de basisschool af.

Zonder geboorteakte geen scholing
Een volgend struikelblok diende zich aan, toen bleek dat een kwart van de kinderen met de leeftijd om in te stromen op de basisschool, geen geboorteakte had. Zonder geboortedocumenten weigeren scholen hen in te schrijven. Daarnaast krijgen deze kinderen geen behandeling in het ziekenhuis.
“Toen zijn we met het project ‘Ik besta en ik ga naar school’ begonnen”.
De sociaal werkster van het project gaat in de achterstandsbuurten op zoek naar kinderen die geen geboortepapieren hebben en niet naar school gaan. Ze informeert de familie over het belang om de kinderen in te schrijven bij het geboorteregister.
“De ouders hebben zelf vaak geen geboortebewijzen, of de kinderen wonen bij een ander familielid, het is vaak een grote puzzel”.
Inmiddels verloopt de samenwerking met het register vloeiend.
“Ze zijn een keer per maand op onze VBO school zodat de ouders hun kinderen kunnen inschrijven en de hele procedure is nu gratis.”
De vierde pijler van het onderwijsproject is een cursus vroegtijdige stimulatie voor kinderen van 5 tot 8 jaar en hun ouders, gebaseerd op de muzikale Suzuki methode. Na een periode van drie jaar, helpen Yolanthe en haar team met deze integrale aanpak weer een nieuwe school om hun onderwijs te verbeteren.
Virtueel onderwijs onmogelijk
“Met ons identiteitstraject hebben we meer dan 9000 kinderen aan documenten geholpen. Een staatsexamen op een van de laatste scholen waar we actief waren, toonde aan dat waar voorheen 8 procent op het landelijke niveau voor taal zat, na onze inmenging 60 procent die score haalde. Dat is fantastisch”, zegt ze stralend van trots.
Het ziet er naar uit dat de scholen in Peru tot het einde van het schooljaar (op het zuidelijk halfrond tot half december) op virtueel onderwijs aangewezen zijn.
“Dat is in Iquitos natuurlijk totaal onmogelijk. Veel ouders hebben niet eens een mobiele telefoon”.
Aan de noodhulp middels de voedselmanden waarmee voorkomen wordt dat de ouders de straat op gaan, heeft El Manguare een onderwijsplan voor thuisonderwijs gekoppeld. Een vast persoon in het gezin is verantwoordelijk voor het onderwijs. Als de ouders ongeletterd zijn, kan een ander familielid de taak op zich nemen. De ouders worden wekelijks geïnstrueerd op de school waar de regels voor social distancing en de noodzakelijke hygiëne nauwkeurig worden opgevolgd. Ze krijgen een pakket mee met onderwijsmateriaal en worden bijvoorbeeld ook voorgelicht over het corona-virus. Hiermee hoopt Yolanthe dat de voortgang van het onderwijs op de school die El Manguare op dit moment onder zijn hoede heeft, zo goed mogelijk wordt gewaarborgd.

Fenne, de jongste dochter van Yolanthe (13) en een getalenteerd gymnaste verschijnt op het scherm. Ze is de enige die nog thuis woont, Meyke (17), de middelste, studeert International Business in Lima en de oudste, Tineke (17) heeft net de HAVO afgemaakt in Nederland en gaat volgend jaar Voeding en diëtetiek studeren. We moeten helaas ophangen.
“Het is ploegen, ploegen, ploegen”, zegt Yolanthe met een brede lach, “maar ik doe niets liever.”
Yolanthe is met haar stichting El Manguare een inzamelingsactie begonnen: voor 22 Euro kun je met een tikkie een voedselmand kopen met eerste levensbehoeften als melk, rijst, havermout en linzen, chloor en wc papier. Yolanthe en haar team zullen zorg dragen voor de verdeling onder de gezinnen die dit het hardst nodig hebben om te overleven. Of je wordt gewoon tientjeslid!