Kerstmis in the White House. Wat een armoede!
Wij wonen inmiddels drieënhalf jaar in Amerika. In Vienna Virginia, onder de rook van Washington D.C. om precies te zijn. En in al die tijd is het gelukkig écht nooit gewoon geworden. De rijkdom! Naar de dokter gaan en dan langs Washington Monument mogen/moeten rijden, het Pentagon passeren, parkeren bij Arlington Cemetery. En zelfs in het voorbijrijden toch altijd een glimp opvangen van The National Mall. De pracht van The National Mall, ook wel ‘America’s front yard‘ genoemd, of ’the national stage‘.
“The National Mall is America’s most-visited national park, where the past, present, and future come together.”
Washington D.C. is betoverend. Schoon, ruim, mooi, orderlijk, hip, levend en zelfs gezellig! Normaliter juist door de enorme toestroom aan toeristen. Sinds maart is het er eigenlijk verlaten en sinds de verkiezingen voelt het een beetje ‘verloren’. Als je je best doet dan kun je het Witte Huis nog trots door de vierdubbele laag hekken zien prijken. Het voelt inmiddels heel onwerkelijk. COVID19. De verkiezingen. Trump. Het getouwtrek, de gênante vertoning. De politiek is gevoelsmatig nooit zo dwalend geweest. Waar je voorheen met eerbied het Witte Huis bekeek, voelt het nu ergens een beetje sneu. Met het filmpje van Lubach vers in gedachten, zie ik het hem doen… achter al die hekken.
Foto credits : Lies Timmering
Op bezoek bij ‘koning’ Trump
Maar, het is wel THE WHITE HOUSE mensen! Nu heb ik het geluk gehad dat ik het Witte Huis al meerdere keren heb mogen bezoeken, want als inwoner van Amerika kun je dat ‘simpelweg’ aanvragen via de vertegenwoordiger(s) in je staat. En dat voelt toch bijzonder. Alsof je bij de Koning en Koningin op bezoek gaat, ook al tref je hen daar zelf niet aan. Je moet door enorm veel poorten, beveiliging en langs speurhonden. Een luchthaven-check is er niks bij.
Dan mag je eindelijk naar binnen en wandel je zo op de East Wing af. Je herkent de gangen en de kamers waar je loopt. Van televisie, van het nieuws. Je herkent de tuinen, markante plekken, en het is precies zoals The National Mall vaak wordt beschreven: het voelt als een plek waar het verleden, het heden, en de toekomst, samenkomen. Ik ervaar vooral nederigheid als ik besef wie er allemaal voor mij over deze prachtige tapijten wandelden.
Het is ons laatste jaar in Amerika, en dus onze laatste kerst hier. Christmas at the White House, dat voelt als de kroon op alle eerdere bezoeken! Ondanks dat ik in mijn hoofd toch constant dat nare stemmetje van Melania blijf horen:
“I’m working … my a** off on the Christmas stuff, that you know, who gives a f*** about the Christmas stuff and decorations? But I need to do it, right?” – Melania zoals te horen op een gelekte opname, afgespeeld op CNN

I do give a f***
Maar, I do give a f*** about the Christmas stuff and decorations. Met de huidige COVID19-cijfers leek het me een Mission Impossible, maar ik meldde me toch aan. Je weet immers maar nooit. Dus toen ik de e-mail met de bevestiging van onze aangevraagde Christmas at the White House ontving, was ik zo blij als een kind. Opgedirkt, nieuwsgierig en toch ook excited rijden we na 15 minuten Washington D.C. binnen. Vanuit onze Vienna-Virginia-bubbel rechtstreeks de bubbel van D.C. in.
Ineens word ik als door een speldenprik gestoken door schaamte. Gaan wij nou echt het Witte Huis in, tijdens deze gekte? Het huis waar die (in mijn ogen) gevaarlijke man (nog) woont? Met de kennis van nu? Ik laat de gedachte weer los, want het Witte Huis gaat over zoveel meer dan deze man. Maar dan zie ik – vanuit onze luxe nieuwe auto, in onze warme en nette kerst-foto-kleding, de gevolgen van de huidige crisis. Daar waar ik voorheen een, misschien twee tenten zag staan met een enkele dakloze, zie ik er nu tientallen. TIENTALLEN. Tentjes, overal! En winkelwagens vol ‘stuff’.
Sommige tenten hebben heel veel spullen, alsof de bewoners zo uit hun huis gezet zijn en nu met hun overgebleven huisraad dit plekje uitzochten. Een verdwaalde magnetron, een fiets, verhuisdozen. Ik zie waslijnen, en een ‘grill’ in het park waar een tafel bij is geplaatst. Iemands nieuwe eettafel. Ik gruwel. Wat een armoede. Wat is er veel ellende, wat heeft een heel groot deel van de wereld het zwaar. Een steeds grotere groep mensen, kansloos en genadeloos overgeleverd aan waslijnen tussen bomen, zomaar in een park in D.C.
Pracht en praal
We parkeren de auto en gaan richting het Witte Huis. In verband met COVID19 is de stad nu eigenlijk uitgestorven, en zo komt het dat we direct doorlopen. Geen rijen. Geen wachttijd. Selfies worden gemaakt, vol verwachting klopt mijn hart. Samen lopen we naar binnen. Ik heb de app gedownload die ons door de Kersttour zou loodsen. Leerzaam en leuk. En natuurlijk… het stelt niet teleur. Wat is het mooi versierd! Wat een pracht, maar vooral: WAT VEEL! We knipperen met de ogen tegen alle schitteringen.
In gedachten zie ik Melania door The East Colonnade wandelen. Vrij sober versierd dit keer en dat lijkt me passend. Want wat een jaar! We proberen bij binnenkomst de kerstbomen nog te tellen maar nadat we de begane grond van de East Wing hebben bekeken zijn we de tel allemaal kwijt. Je moet weten, een kerstboom kost hier behoorlijk wat. Voor een beetje boom (tot 2 meter) betaal je in onze regio al snel 200 tot 300 dollar. Maar daarna praat je over 600 – 800 – 1000 dollar per boom. Zoveel kerstbomen! Zoveel versiering. Mooi, schitterend, maar vooral, oh zo pijnlijk. Alles wat hier zo prachtig prijkt. The White House staat zo mooi te zijn achter veel te veel hekken. Het is een zeepbel, een illusie. Zij die aan de andere kant van de hekken staan kijken er dwars doorheen. Inflatie van het instituut?

America the beautiful
Er staat voor honderd(en!) duizenden dollars ‘Christmas decoration and stuff‘. En waarvoor? Voor wie? Voor bezoekers als wij? Dit jaar was het thema voor Christmas at The White House: ‘America the Beautiful’. Ondanks de mooie foto’s en de bijzondere ervaring, voelt het toch vooral als die zak patat die je van tevoren verlekkerd op tafel zet, maar waarvan je na afloopt denkt: gatverdamme, waarom nou?!
Het lijkt soms een sprookje, ons leven hier. De kansen die we krijgen. America the Beautiful, waar we mochten avonturieren en ontdekken. Wat heeft dit land veel moois te bieden. En toch, soms, en in toenemende mate de afgelopen maanden door de stress en spanning in de maatschappij, ervaar ik het veelal als die paar patatjes teveel… Als die quilty pleasure waarvan je weet dat ie niet echt goed voor je is, maar gewoon zo lekker.
Dan maar een extra rondje over The National Mall. Mezelf onderdompelen in het vroeger, het verdwaalde nu, en toch ook hoopvol, de toekomst. Ik mompel in mezelf: ‘Wat een mooi land, wat een rijke ervaring!’