Wereld Dierendag Special: Wilde prikkelbeesten
Uit een doos pak ik een zware punthoed gemaakt van kranten. Daarin opgerold, zit egel Lisa. Ze komt van de egelopvang en vandaag zetten we haar uit. Als ik Lisa zachtjes uit haar puntmuts schud, kijkt ze verstoord op. Dan strekt ze zich uit en zet een voorzichtig stapje in het hoge gras. Een tijdje scharrelt ze langzaam rond, dan zet ze het op een loopje en verdwijnt in de bosjes.
Toen we ruim een jaar geleden in Nederland kwamen wonen werd ik vrijwilliger bij de egelopvang, waar zieke egels worden verzorgd tot ze sterk genoeg zijn om uitgezet te worden.
Egels in het nauw
Het gaat niet goed met de egels in Nederland en hun aantal holt gestaag achteruit. Veel worden het slachtoffer van ons drukke verkeer en met de oprukkende tegeltuinen, wordt hun leefgebied allengs kleiner.
In de opvang hebben we egels die wees geworden zijn adat ze hun moeder kwijtraakten of en slachtoffer waren van honden, bladblazers of maaimachines. Egels vol teken, vliegeneitjes en darmparasieten. Zieke egels worden behandeld en de zwakke dieren mogen aansterken tot ze zwaar genoeg zijn om zelf in het wild de winterslaap aan te kunnen.
Ervaring met wilde dieren? Die had ik genoeg toen ik bij de opvang kwam. Ons huis in Singapore grensde aan een natuurreservaat, en in onze tuin waanden we ons in een privé safari lodge.
“Pangolins, wilde zwijnen, colugo’s en de nodige slangen. Apen die onze kasten leegroofden. Baby eekhoorns die we voedden met een spuitje.”
Op mijn terras schreef ik tussen al dit gespuis mijn boeken, waar dan ook de nodige beesten de bladzijden binnenslopen. Maar hier in herfstig Nederland zit ik binnen, starend naar het kleine achtertuintje van ons huurhuis terwijl ik werk aan een serie kinderboeken over een meisje in de jungle, vol avonturen met de dieren die ze daar vindt. Weemoedig scroll ik door de foto’s uit Azië, op zoek naar inspiratie op foto’s van onze jungle in Singapore en de rijstvelden van ons huis in Bali.
Wild leven in Nederland
Maar ook Nederland kent natuurlijk wilde dieren. Dus waarom niet in onze tuin? Afgelopen najaar sloot ik de kieren in onze tuin af met gaas want we kregen vier weesjes in de tuin! Deze egeltjes waren bijna groot genoeg om in het wild te overleven, maar nog net zo mager dat er een risico was dat ze de winter niet zouden doorslapen zonder honger. In mijn veilige, afgesloten tuin kon ik ze bijvoeren, zodat hun kansen om de lente te halen fors omhoog zouden gaan.
Met een collega van de opvang liepen we het gaas dat ik kunstig door de klimop geweven had na. Het zat echt dicht. Vol enthousiasme opende ik met de kinderen de doos met onze vier logeetjes, en zetten ze in het egelhuis vol hooi en kranten. Elke avond aten ze zich bol aan kattenvoer en ze groeiden snel. Maar na een paar dagen schrok ik me een hoedje: er zaten maar twee egels in het slaaphuis! Na een zoektocht vond ik nummer drie onder een struik, maar nummer vier bleef spoorloos. Een gat in het gaas kon ik niet ontdekken.
“Lichtelijk bezorgd belde ik de ervaren collega bij de opvang. Door de klimop eruit geklommen, vermoedde zij. Gelukkig was het de dikste van het stel, en waren zijn kansen op overleven goed.”
De maand erna keken we ‘s avonds met plezier naar het rondscharrelde drietal, dat aan winterslapen nog niet denken wilde. Tot ik op een ochtend het huis controleerde en er tot mijn schrik geen enkele egel in zat! Ook onder de struiken was het leeg. Met kloppend hart zocht ik verder, tot ik tegen de schuur een vreemd bouwsel vond van bladeren en takjes. Mijn collega bevestigde, het was een heus egelnest!

Vreemde huisgenoot
Trots op mijn inventieve kleintjes bakende ik het nest extra veilig af met takken. Die avond werd er niet gegeten van het voer. De hele winter stond er een bakje droge brokjes klaar, dat ik regelmatig bijvulde. Tot het ging sneeuwen en kleine voetstapjes verraadden wie er in het lege egelhuis getrokken. Een bosmuis! Toen ik het dak openmaakte keek hij mij vertoornd aan met zijn spitse snoetje en snel legde ik de deksel terug. Vooruit, hij mocht blijven, deze winter.
Op een ochtend in de lente was het zover. Van het voer waren meer dan wat muizenhapjes op, en naast het egelhuis lag ontegenzeggelijk egelpoep. Binnen bleek de bosmuis verdreven, een klein egeltje lag zoet te slapen. Nieuwsgierig toog ik naar het nest bij de schuur, dat half open was gescheurd. Voorzichtig keek ik naar binnen, en daar lag nummer twee. Ik zette hem voorzichtig bij zijn zus. Nummer drie was nergens te bekennen. Waar en wanneer deze is ontsnapt blijft een mysterie.
De laatste twee egeltjes mochten nog een tijdje bij ons aansterken, maar net toen ze het juiste gewicht hadden bereikt en ik de kinderen beloofd had dat we ze die zaterdag naar het bos zouden brengen, namen ook zij de benen. Op het papierwerk op de opvang vulde ik bij ‘uitzetlokatie’ mijn eigen huisadres dus maar in.
“Nu de nieuwe winter eraan komt ben ik erg benieuwd hoe het mijn vierling vergaan is. Elke keer als buren melding maken dat ze een egel hebben gezien springt mijn hart op. Zou het één van de onze zijn?”
Het egelhuis heb ik maar teruggebracht naar de opvang. Nu de klimop in onze ‘gesloten tuin’ zo makkelijk te beklimmen bleek, durf ik het niet meer aan. Mijn wilde-dieren-dosis moet ik maar krijgen op mijn ochtenden bij de opvang. Ook leuk. En vooral ook nuttig.
Want helaas heeft de natuur onze hulp hard nodig.
Wat kan ik doen?
Wil je ook egels en andere wilde dieren helpen in jouw omgeving? Er zijn een aantal dingen die je kan doen:
- Houd je tuin groen, niet te veel tegels, en zorg dat er openingen zijn in je schutting; egels bewegen zich over een groot territorium
- Maak je tuin niet te netjes in het najaar. Bladeren, dorre planten en oude takken zijn allemaal nodig voor egels om nesten te bouwen. Laat deze dus liggen tot de lente.
- Pas op met bladblazers bij bladerhopen en het maaien van hoog gras, er kunnen egels inzitten.
- Zie je een magere egel in je tuin? In deze tijd van het jaar moeten ze vetreserves opbouwen voor de winter, en nu er steeds minder natuur is, is er niet altijd genoeg te eten. Je kunt egels bijvoeren met kattenvoer met een hoog vlees % (zowel brokjes als nat voer). Geef nooit koemelk, een schaaltje water is fijn.
- Zie je een zieke of gewonde egel? Bel dan je lokale egelopvang of de dierenambulance voor hulp.
Meer informatie over egels en een egelvriendelijke tuin kun je vinden op de website van egelopvang Den Haag