Het Corona-verdriet van Wendy: “We moesten de honden achterlaten.”

Begin april werd duidelijk dat we niet in de Dominicaanse Republiek konden blijven tijdens deze corona-crisis. De aantallen geïnfecteerden schoten omhoog, er waren serieuze bedenken bij de kwaliteit van de gezondheidszorg en we hebben een kind met luchtwegproblemen. Door deze combinatie kregen we van de bedrijfsarts het zeer dringende advies om tijdelijk naar Nederland te gaan zolang dat nog mogelijk was.

Toen dit besef indaalde, sloeg ook de bekende eerste stress toe: Wat nu? We moesten uiteraard wel wachten op goedkeuring van het werk. Ons leven stond weer eens op zijn kop. Waar konden we tijdelijke gaan wonen? En nog belangrijker: Wat doen we met de honden? Die wilden we het liefst meenemen. 

Hals over kop evacueren zonder de honden

De werkgever was snel en resoluut: we moesten weg. De kinderen pakten het goed op, pakten eigenlijk bij het eerste bericht al hun koffer al in om stand-by te zijn en ik dook in de papierwinkel en regels van de honden om met ze terug te kunnen vliegen. We hadden ze al in Curaçao gevaccineerd tegen Rabiës en verwachtten na een bloedtest en gezondheidsverklaring geen ingewikkelde formaliteiten. 

Totdat het alles vernietigende antwoord uit Nederland kwam dat ze zelfs met al deze papieren niet konden worden ingevoerd en vier maanden (!!) op Schiphol in quarantaine moesten. Mensen die onze honden kennen en de wijze waarop wij met ze samen leven, begrijpen dat dit een garantie voor twee zwaar getraumatiseerde honden zou betekenen. Ons leven stond voor de tweede keer op onze kop.

Living fast forward

In de tussentijd was het bijna onmogelijk geworden om de Dominicaanse Republiek nog te verlaten. Heel even zagen we geen uitweg meer. Moest mijn man dan maar blijven met de honden? Ik weet het, je gedachten maken bizarre sprongen, maar gelukkig werd het ons snel duidelijk: er moest iemand in huis komen. Iemand die nu in een balkon-loos appartement woonde en het als een cadeau zag om tijdens de stay at home-periode te verblijven in een huis met tuin. En oh ja, die natuurlijk ook van honden hield.

Makkelijker gezegd dan gedaan. We wonen net negen maanden in Santo Domingo. We kennen wel mensen, maar niet de hele wereld. Toch hebben we weer geschakeld. Als je eens wist hoe vaak we dat deden deze dagen: living fast forward. Mijn man kwam met hét idee! ‘Ik vraag het aan mijn assistent die kleiner woont en zonder tuin of balkon.’ Ideaal.

Reddende engel

En, hij zei ja. Zoals ik veel mensen al heb gezegd: hij is onze reddende engel. En dat meen ik nog steeds. Doordat het feitelijke vertrek iets langer op zich liet wachten, hadden we het geluk hem alles zo goed mogelijk uit te kunnen leggen en hem zelfs op twee wandelingen mee te nemen. De honden reageerden supergoed op hem. Wat een geruststelling.

Nu zal je denken, alles goed toch; geregeld? Ja, dat klopt, maar nu komt het emotionele stuk. Dit zijn niet mijn kinderen maar wel onze volwaardige viervoetige familieleden waar ik zielsveel van hou. En die moest ik achterlaten. Zonder te weten wanneer ik ze weer zie. Dat deed veel pijn en dat doet het nog steeds. We hadden geen betere oplossing kunnen vinden, ik krijg bijna dagelijks filmpjes van ze, maar ik mis ze ook. Ongelooflijk veel.

In 50 uur van Santo Domingo naar Amsterdam

Tja, als je maar lang genoeg wacht dan krijg je vanzelf een probleem… Alle reguliere én evacuatie vluchten vanuit de Dominicaanse Republiek naar Nederland (of elders in Europa) waren inmiddels gestaakt. We wisten al dat de enige optie om het land vliegend te verlaten liep via New York. Sorry, New York? Op dat moment uitgerekend het epicentrum van de corona-epidemie. En om het nog leuker te maken arriveerde de enige overgebleven dagelijks vlucht zodanig laat op John F. Kennedy Airport dat we 24 uur in New York moesten blijven voordat we konden doorvliegen.

Tot dat bleek dat daags na onze finale opdracht om te vertrekken er toch nog een mogelijkheid was om op de avond van aankomst op JFK met Virgin Atlantic door te vliegen naar Londen. Dat was voorlopige de laatste mogelijkheid, dus echt een optie voor de snelle beslissers. Hoezo snel? Tussen onze go en daadwerkelijke vertrek zat net iets meer dan 12 uur… 

Social distancing met Domicanen

Zelden hebben we zo snel alles ingepakt, georganiseerd, alles voorbereid voor de honden en housesitter. Toen we eenmaal thuis wegreden op weg naar de luchthaven hadden we, tegen beter weten in, meer het gevoel dat we een weekendje weg gingen. Zoals verwacht zat de Delta-vlucht tot de laatste stoel vol, vrijwel volledig met Dominicanen die in de VS wonen. Echt, we zijn van Dominicanen gaan houden, maar discipline is niet hun sterkste punt. Social distancing? Natuurlijk doen ze dat, behalve wanneer we in het vliegtuig stappen. In een opwelling hadden we ons voor een beperkt bedrag een upgrade naar business class gegeven. Op die manier hebben we de gewenste afstand af kunnen kopen. Overigens was die business class zonder enige franje: ter bescherming van het personeel werd er slechts een (1) flesje water uitgeserveerd. Maar daar mopperde niemand over.

Tijdens de reis had ik nauwelijks tijd om over het gemis van mijn honden na te denken, buiten dat zeurende gevoel in je borstkast en onderbuik. 

Zorgelijk hadden we naar de overstap op JFK in New York uitgekeken. Hoe anders was de werkelijkheid. De Amerikaanse immigratiedienst was zowaar een keer relaxed en opgewekt, alsof we allemaal deel uitmaakten van een in een soort sinister bondgenootschap. Hilariteit toen we op de foto moesten It makes a better photo without the mask, en onze vingerafdrukken moesten achterlaten. Listen Hun, that’s not gonna work with the gloves. Na nog een paar hindernissen kwamen we uiteindelijk in de vertrekhal. Daar waar je normaal gesproken over de hoofden kunt lopen, winkeltjes en horeca overuren draaien, de luchthaven die net als haar stad never sleeps. Behalve nu dan. Uit-ge-storven! Slechts een handvol luchthavenmedewerker, welgeteld één geopende foodstore en verder 28 (!) medereizigers voor op onze vlucht naar Londen. En dat alles tegen de coulisse van een zonsondergang boven Manhattan.

Eerste horde genomen

We konden gebruikmaken van de Delta Sky Lounge, maar ook daar was het armoe troef. Drankjes uit plastic bekertjes, slechts wat voorverpakte nootjes, en dat alles voor in totaal zeven gasten. Maar toen we later bij de incheckbalie van Virgin stonden hadden we echt het gevoel dat dit de veiligste zes uur van de afgelopen weken waren. Toen ook nog de Jamaicaans-Amerikaanse dame van Virgin ons in vloeiend Papiamento te woord stond verscheen er eindelijk even een glimlacht op ons gezicht: eerste horde genomen.

Sorry, due to corona we don’t serve wine.

Na een soepele vlucht met zowaar een uitgeserveerde maaltijd stonden we halverwege de ochtend op London Heathrow. Wat een contrast met de Dominicaanse Republiek en New York! Niemand droeg een mondkapje en handschoenen. Er was wel een vorm van social distancing, maar de hele luchthaven wekte de indruk dat niemand wilde weten dat er zoiets als corona bestaat. Oké, op een foodstore na was alles gesloten en was ook Heathrow compleet uitgestorven. 

Vast in een hotel

Wat we nog even vergeten waren: ook het Europese vliegverkeer ligt plat en daardoor was het onmogelijk om na aankomst vanuit New York direct door te vliegen naar Amsterdam. In plaats daarvan moesten we 25 uur zien te overbruggen totdat de KLM ons de volgende ochtend naar Amsterdam zou brengen. Alle hotels in de omgeving bleken bij navraag alleen geopend te zijn voor zogenaamde key workers: medici en social workers die zich professioneel bezig houden coronapatiënten. Yeah right; thanks but no thanks.

Dan maar het terminal hotel: 20 vierkante meter, twee queen size bedden en geen ramen. Tussentijds naar buiten was ook niet echt een optie. Want dat buiten was een geïsoleerd en verlaten luchthaventerrein waar je alleen maar een uurtje per dag mocht worden gezien om bijvoorbeeld te joggen. Het is nog een wonder dat we met zijn vieren naar binnen zijn gegaan en daarna óók weer met zijn vieren zijn vertrokken. 

Chinezen in Teletubbypak

De vreugde was dus groot toen we de daarop volgende ochtend van de ene naar de andere terminal konden verhuizen voor onze vlucht naar Amsterdam. We kwamen aan in een joekel van een terminalgebouw van waaruit precies één vlucht vertrok. Spooky. Die ene vlucht (onze vlucht dus) bleek naadloos aan te sluiten om op een vlucht vanuit Amsterdam naar een bestemming ergens in China. Tja… Voor veel Chinezen was dat na weken wachten eindelijk een mogelijkheid om Engeland te verlaten en naar huis terug te keren. Dus ook deze vlucht was tot de laatste stoel gevuld.

Het was zo druk bij de incheck dat we nog steeds denken dat er passagiers als vracht zijn meegenomen. Het moet wel gezegd worden: onze Chinese medereizigers namen geen halve maatregelen. Een blik op de incheckbalies gaf ons het gevoel dat we serieus underdressed waren: we waren zo ongeveer de enigen die niet rondliepen in CSI-pakken en ingenieuze mondbedekkingen. 

Ik ben ontheemd

En zo kwamen we dus aan in Amsterdam. Op een vlucht met zo’n 150 als Teletubbies verklede Chinezen, in een land waar we ons direct al bij de paspoortbalie afvroegen of wij het met onze mondmaskers en handschoenen verkeerd hadden begrepen. Waar social distancing de maatstaf is zolang het uitkomt. Waar de middenstand, hier in Rijswijk, op veel plaatsen gewoon doordraait. Waar zelfs de weekmarkt open is. 

Nu in Nederland, dus ruim een week. Ik kan de vraag ‘En, heb je je draai al een beetje gevonden?‘ niet meer horen. “NEE! Ik heb hem nog niet gevonden. Ik ben ontheemd. Ik mijd alle plekken waar mensen zijn. Ik leef uit een koffer. Ik mis mijn leven. Ik word gek van de onzekerheid hoe lang dit dus mijn leven zal zijn. En bovendien: ik mis mijn honden!


Foto’s: Wendy van Dalen

Over dit Wereldwijf: Wendy van Dalen - Nederland

Buenas días, mijn naam is Wendy en ik woon sinds juli 2022 weer in Nederland met ons gezin. Ik ben wereldvrouw, echtgenote, moeder, expat en eigen ondernemer. We hebben eerder in Aruba, Spanje, Nederland, Curaçao en de Dominicaanse Republiek gewoond dankzij het werk van mijn man. Zelf ben ik leerkracht en oprichter van Dutch for Children, een online school die Nederlands geeft aan kinderen overal ter wereld. Onze kinderen zijn inmiddels 21 en 17 jaar.