Ik had een droom die nog niet bestond
Een tijdje terug interviewde ik Jessica over haar bedrijf en de jonge ondernemingsprijs waar ze als enige vrouw voor genomineerd was. En een paar maanden later ontving ik een appje. Zou het niet leuk zijn om een andere Jessica te interviewen voor De Wereldwijven? En zo kwam het dat ik van de week aan de telefoon hing met Jessica Roosenburg, voorzitter van de vrouwentak van sc Heerenveen.
Als ze opneemt blijkt dat ze net in het Abe Lenstra Stadion staat. Ze heeft een volle agenda met twee bedrijven, een druk gezin en met 20 tot 30 uur per week vrijwillige inzet voor de club, voelt haar voorzitterschap als een derde bedrijf. Toch neemt ze alle tijd voor ons gesprek.
Voetbal, dat moet in je bloed zitten als je er zo veel tijd voor vrijmaakt! Vertel?
‘Ik kom wel uit een familie van profvoetballers. Mijn opa, vader en twee neven hebben op professioneel niveau gespeeld. Maar als meisje op voetbal… dat mocht niet. Basketbal werd mijn sport en ongeveer een jaar geleden werd ik gevraagd om plaats te nemen in het voetbalbestuur. Dat wilde ik wel, maar alleen als voorzitter. In die rol haal ik er zelf ook de meeste ontwikkeling uit. Aangezien het vrouwenvoetbal nog achterloopt op het mannenvoetbal, zie ik het als een startup. Leeuwin Lieke Martens zei ooit ‘ik had een droom die niet bestond’ en nu begeleiden we bij sc Heerenveen 84 meiden met ieder een eigen droom, die ook echt uit zou kunnen komen. Dat is geweldig’.
Wat moet er gebeuren om die droom waar te maken?
‘Het vrouwenvoetbal heeft nog een lange weg te gaan. Alleen de naam al. Het is voetval en vrouwenvoetbal. Bij andere sporten is dat anders bijvoorbeeld hockey bij de mannen en hockey bij de vrouwen. In voetbal is het mannenvoetbal nog altijd de standaard. Een van de problemen is dat we voor de KNVB als vrouwenvoetbal nog altijd amateurs zijn. Zelfs na het succes van de Leeuwinnen. Daardoor kunnen wij bijvoorbeeld wel speelsters opleiden, maar niet verkopen. Ook krijgen we geen opleidingsgelden. De aantrekkingskracht van de Leeuwinnen is heel groot. Nederland heeft een prima competitie, de aandacht voor de Vrouwen Eredivisie blijft wel achter. Het is voor meisjes lastiger om op jongere leeftijd starten met voetballen en clubs bieden voor jongens en meisjes niet hetzelfde op het gebied van krachttraining, looptraining, meten, voeding. Dit lossen we nu heel creatief op. Het zou mooi zijn als we dit professioneler kunnen aanpakken. Dat zul je dan ook terugzien in de Eredivisie.’
‘Dat het mannenvoetbal en vrouwenvoetbal verschillend is, vind ik ook. Het hoeft ook niet hetzelfde te zijn, het kan juist een kans zijn dat het anders is dan het mannenvoetbal. Een wedstrijd bij de vrouwen is gewoon anders en dat zal ook altijd zo blijven. We kunnen nog een flinke slag slaan door de opleiding al gelijk te trekken. Jongens krijgen veel vroeger de kans om hun talent verder te ontwikkelen. Meisjes beginnen later. En dat zie je ook bij de eredivisie spelers. Voor mannen is de training een werkdag en ze krijgen begeleiding in bijna alles. Gaan ze naar een andere club? Dan worden er opleidingsgelden en transfersommen betaald. Bij vrouwen is dat anders.’
‘Onze speelsters trainen vijf keer per week, spelen een wedstrijd en stappen daarna in de auto om parttime te werken of te studeren. En dan doen ze zelfstandig nog een krachttraining programma. Gaan ze naar een andere club? Dan zwaaien we ze uit, maar we krijgen er niks voor. Het is wel grappig dat ik nu in het Abe Lenstra stadion sta. Abe kwam ook op ¨z’n fietsie¨ trainen en ging daarna weer door. Er is voor de mannen veel veranderd. We zijn als vrouwen later begonnen met dat proces, maar we kunnen leren van de mannen en gaan daardoor wellicht wel wat sneller.’

Wat zou volgens jou de eerste stap zijn voor een betere positie van vrouwenvoetbal?
‘Ik zie de fase waarin we nu zitten qua organisatie als een soort startup. Het wordt steeds echter. Er bestaat pas sinds 2007 een eredivisie voor vrouwen en er zijn in Nederland maar acht clubs die een vrouwenteam in de eredivisie hebben. Op dit moment hebben alleen Ajax en PSV de middelen om daar echt iets groots van te maken. Dat zie je ook terug in hun organisatie, het is zaak om dat gat niet te groot te maken met elkaar. We pleiten voor gelijke kansen voor iedereen. Meer en eerder trainen helpt! Het zou mooi zijn als de vrouwen straks ook kunnen zeggen. Ik ga aan het werk en dat ze dan de hele dag op club zijn.’
‘We staan niet stil met de Vrouwen Eredivisie. We worden inmiddels uitgezonden op Fox, live op de NOS. Het is zaak om de organisatie bedrijfsmatiger aan op te zetten en het clubgevoel grote te maken. We komen van alles tegen; arbeidsrechtelijk, data, financieel. Er is op veel vlakken veel te winnen. Hoe kunnen we speelsters beter laten presteren? Hoe binden we bedrijven aan ons? Hoewel het geen formele sponsering is, in de vorm van geld, krijgen we veel hulp van vrijwilligers. Dat brengt geen geld in het laatje, maar zorgt er wel voor dat er gewoon geen kosten gemaakt hoeven worden. Die passie en hartstocht is ook heel veel waard.’
Het vrouwenvoetbal kwam door Corona regelmatig in het nieuws. Wat was er aan de hand?
‘Professionele wedstrijden mochten doorgaan, maar amateurwedstrijden niet. Aangezien zelfs de Vrouwen Eredivisie onder de amateurs valt, mochten wij dus niet spelen. Dat is gelukkig opgelost in een Kamerdebat. We hadden al een uitdaging en Corona heeft dit niet gemakkelijker gemaakt. Corona heeft wel een probleem nog meer op de kaart gezet, zijn we nu amateurs of professionals? Hierover zijn we in gesprek met de KNVB. Als we worden gezien als professionals hebben we weer een mooie stap gezet in gelijke kansen. Het is hard werken, we blijven stug doorgaan.’