Waarom je vrouwen aan de top geen ‘dwingelandje’ kunt noemen

Afgelopen week leerde ik een nieuw woord: ‘Dwingelandje’. Een zekere meneer Jacco Vonhof gebruikte het om Marriëtte Hamer (informateur en voorzitter van de Sociaal-Economische Raad) te typeren. Hoewel ik het Nederlandse nieuws met een schuinoog bijhoud, trok het m’n aandacht. Erg positief vond ik het niet klinken, en de Van Dale bevestigde dat. Dwingeland betekent ‘tiran’.

Het nieuwe kabinet wordt gevormd door een tirannetje, aldus de meneer die ik verder niet ken. Zo’n publieke uitspraak geeft wat mij betreft veel stof tot nadenken.

Kleinerend taalgebruik

Uit onderzoek blijkt dat vrouwen vaker kleinerend worden toegesproken (op het werk) dan mannen, aldus Japke-d. Bouma. Ze schreef in reactie ‘De 12 dingen die je beter niet tegen een vrouw kunt zeggen.’ Dwingelandje is er daar één van, dat moge duidelijk zijn. Ik realiseerde me dat ik me zelf ook wel eens schuldig maak aan kleinerend taalgebruik, wanneer ik een vrouwelijke collega ‘een pittige tante’ noem. Ik bedoel het niet negatief, sterker nog, ik kijk juist op tegen pittige tantes. Maar waarom zeg ik niet gewoon dat ze een sterke leider is?

Double bind

Vrouwen in leiderschapsposities zijn nog altijd een minderheid, en dat geldt nog vele malen meer voor women of color. Dat terwijl vrouwen niet minder competent zijn. Eén van de factoren die hierin meespeelt wordt de ‘double bind’ genoemd. Wanneer vrouwen traditioneel gewaardeerd leiderschapsgedrag laten zien, zoals assertiviteit, worden ze vaak gezien als competent maar niet als sympathiek. Ze worden dan al snel een bitch genoemd, of in het geval van Marriëtte Hamer een dwingelandje. Wanneer vrouwen meer ‘feminiene’ eigenschappen tonen, zoals zorgzaamheid of vriendelijkheid, worden ze als te zacht gezien om een goede leider te kunnen zijn. Kortom, een dilemma tussen sympathie en competentie. 

Vrouwelijke charmes 

Iets soort gelijks maakte ik mee toen ik jaren gelden een functie als adviseur kreeg binnen de organisatie waar ik werkte. Eén collega vond me ‘te meisjesachtig’ voor deze nieuwe job en vond het daarom geen goede match. Volgens mij vond ze me net zo min sympathiek als competent, want ze bracht het nogal venijnig. Dat terwijl een andere vrouwelijke collega me als advies gaf: “Gebruik je vrouwelijke charmes, en je zult het ver schoppen.” Beide opmerkingen intrigeerden me. Ik stond aan het begin van mijn carrière en realiseerde me dat je blijkbaar op de eerste plaats een vrouw bent op de werkvloer, en niet een professional. 

Stereotyperingen 

Als het om vrouwenemancipatie gaat, wordt er al snel gewezen naar landen of culturen waar vrouwen een achtergestelde positie hebben. Maar ook in landen waar vrouwen formeel dezelfde rechten hebben als mannen, heersen er (onbewuste) stereotype genderrollen, die ons op tal van vlakken in de weg zitten. Bijvoorbeeld wanneer je een ambitieuze vrouw bent in een topfunctie. Maar ook wanneer een man er voor kiest de zorgtaak in het gezin op zich te nemen. Want mannen werken, vrouwen baren. Mannen zijn van nature leiders en vrouwen verzorgers. 

Confidence gap

Een andere factor die meespeelt dat vrouwen aan de top in de minderheid zijn, is de ‘confidence gap’. Onderzoek laat zien dat vrouwen over het algemeen meer bescheiden zijn wanneer zij spreken over hun prestaties, kennis en ervaring. Mannen daarentegen vertonen juist over-confidence, zij overschatten zichzelf doorgaans. Natuurlijk zijn dit generalisaties, maar ik zie het veel om me heen: mannen die hun prestaties met trots groots uitmeten en vrouwen die een berg verzetten en doen alsof het niets was.

Die bescheidenheid kan voortkomen uit een gebrek aan zelfvertrouwen. Of dat altijd het geval is, vraag ik me af. Want bescheidenheid kan ook een kwaliteit zijn. Maar als je het in een sollicitatiegesprek moet opnemen tegen een man die de neiging heeft zichzelf te overschatten, dan kan het best in de weg zitten. Vooral als de sollicitatiecommissie zich niet bewust is van dit soort mechanismen. 

Rolmodellen

Goed voorbeeld doet goed volgen. Ongeacht gender, zijn rolmodellen van allerlei soorten en maten belangrijk omdat ze een voorbeeldfiguur kunnen zijn. Marriëtte Hamer is er wat mij betreft zo één als het gaat om vrouwen in topfuncties. De meneer in kwestie noemde haar overigens in het interview ook ‘keigoed’. Door tijdschrift Opzij werd ze al eens uitgeroepen tot meest invloedrijke vrouw in de categorie openbaar bestuur en openbare orde. En nu staat ze voor de taak een nieuw kabinet te vormen. Ze is pas de derde vrouwelijke informateur die Nederland rijk is, sinds 1948! Dat soort cijfers drukken je me de neus op de feiten: de gendergap is een realiteit. We hebben nog een lange weg te gaan. 

Over dit Wereldwijf: Juliska van Rossum - Bonaire

Bondia, ik ben Juliska! Sinds 2019 wonen mijn Braziliaanse man en ik op het zonnige Bonaire. Hier zet ik mij in voor het verbeteren van het onderwijs en geef ik mindfulness trainingen. Ik word blij van nieuwe ontdekkingen, avontuur en een happy & healthy lifestyle. Daarover schrijf ik graag als Wereldwijf.