Oorlog in Soedan – Deel 3: Het konvooi

Marije Elizabeth

In het nieuws hoor je er weinig meer over maar de oorlog in Soedan gaat nog steeds in alle hevigheid verder. Een half jaar geleden moest wereldwijf Marije vanwege de oorlog in Soedan halsoverkop evacueren. Na acht dagen in het oorlogsgeweld te hebben gezeten, krijgen ze eindelijk groen licht dat de evacuatie voor haar en haar gezin begint. In een serie blogs schrijft ze de komende tijd over die heftige tijd.

In deel 1 en deel 2 kun je lezen wat er precies vooraf ging aan onderstaand verhaal waarin ik jullie meeneem op ons avontuur in het evacuatie konvooi.

“We zijn het meest gevaarlijke gebied inmiddels uit. Het evacuatie konvooi rijdt langzaam over de brede, zanderige wegen. Waar je ook maar kijkt zie je zandvlaktes, met daarop nederzettingen van huisjes, kleine winkelstalletjes en vaak een moskee. Het typische landschap van Soedan.”

Wereld - Konvooi
Foto: Marije – Een lekke band…

Het konvooi kwijt

Mensen lopen gewoon over straat; je merkt hier niets van de gevechten in Khartoum en op andere plekken in het land. Uit het raam zie ik een groepje jongens nieuwsgierig kijken naar al die voorbijgaande bussen. Op dat moment overvalt mij een gevoel van schaamte. Het land is in oorlog en wij gaan er met z’n allen vandoor. Het voelt zo dubbel: ik ben blij dat wij de mogelijkheid hebben geëvacueerd te worden, maar het voelt ook oneerlijk dat wij wel gaan en anderen niet.

Het is ergens na tienen en de bus maakt ineens een raar geluid. Lekke band. De bus gaat naar de kant en een aantal mannen gaan aan de slag om de band te fixen. Het blijkt dat wij de laatste bus zijn in het konvooi, er is geen wagen achter ons. Volgens mij is dat het hele idee van een konvooi: vooraan een wagen en achteraan een bezemwagen, die onderling het contact houden met elkaar. Hier dus niet, wij zijn het konvooi kwijt.

Dit kan nog wel even gaan duren. Met een aantal mensen uit de bus strijken we neer in het kleine koffiehuisje langs de kant van de weg. Dit soort koffiehuisjes heb je hier in Soedan overal. Je zit onder een rieten afdak, op een gekleurd plastic stoeltje. Een vrouw maakt uit verschillende potjes een kruidige koffie of thee voor je klaar, met een dikke laag suiker erin. Mierzoet is het. Er wordt altijd verbaasd gekeken wanneer wij vragen om geen suiker in de koffie te doen.

Klagen zal niet helpen

Ik kom in gesprek met één van de vrouwen uit de bus. Ze klaagt steen en been over de evacuatie, hoe moeilijk het allemaal is en hoe slecht georganiseerd. Ik kan het niet aanhoren, kap het gesprek af en ga weer in de bus zitten. We zitten allemaal in een situatie die niemand heeft gewild, realiseer ik mij en iedereen heeft zijn eigen manier daarmee om te gaan. Ik kies ervoor om het gewoon te ondergaan en dankbaar te zijn voor wat er wel goed gaat. Klagen zal niet helpen. En in mijn beleving gaat er een heleboel goed. Alleen al het feit dát we geëvacueerd worden, in een konvooi, geleid door de VN. We hebben de back up van de organisatie en wanneer wij aan zullen komen, staat mijn vader klaar om ons ergens op te halen. 

“Tijdens de lange busreis zijn er voortdurend momenten dat ik moet denken aan al die vluchtelingen die op eigen gelegenheid vertrekken. Ze laten hun thuisland achter, krijgen onderweg te maken met gevaren en uitbuiting. Om te gaan naar een land waar niemand echt op hen zit te wachten.”

De situatie waarin wij zitten is heftig en ook best spannend. Ik heb heus mijn momenten van frustratie en zorgen. Toch vind ik dat wij weinig te klagen hebben als ik kijk naar al die vluchtelingen die deze back up niet hebben.

Checkpoint

We rijden weer en zijn snel weer bij het konvooi. We zijn met ongeveer duizend mensen in het konvooi, we rijden langzaam en er is regelmatig een bus met een lekke band. Eén keer komen de mensen van de ene bus bij ons in de bus omdat die van hen een lekke band heeft. We rijden opgepropt op elkaar verder, totdat hun bus ons weer inhaalt nadat deze is gemaakt. Ze kunnen weer terug naar hun eigen bus. 

We worden tijdens de rit een paar keer aangehouden bij een checkpoint. Een keer door de RSF (Rapid Support Forces) die een kijkje in de bus komt nemen en een aantal keer door de SAF (Sudanese Armed Forces). Er gebeurt verder niets, maar toch is het even spannend. Je kunt op die momenten een speld horen vallen in de bus.

Internationaal ‘reis’gezelschap

Tijdens de reis praten we met de medereizigers om ons heen en leren ze zo een beetje kennen. Achter ons zit een Liberiaan en dat is leuk, omdat wij in Liberia hebben gewoond. Naast ons zit een Canadees stel met een poes in een reismandje, die ze op hoop van zegen mee proberen te smokkelen het land uit. Voor ons zit een Japans stel, met een ontzettend schattig kindje van 1 jaar. Tijdens de reis hebben we haar volgens mij niet één keer horen huilen.

We kletsen wat, slapen wat, eten crackers, koekjes en zoutjes, we kijken uit het raam en zitten op onze device-schermen. Contact maken met de buitenwereld lukt niet. Net tijdens de dag van de evacuatie liggen, voor het eerst sinds het uitbreken van de oorlog, bijna alle providers in het land plat. We hebben wat podcasts en spelletjes gedownload, maar de batterijen gaan op een gegeven moment leeg. Onze powerbank blijkt ontploft door de hitte, dus we kunnen niets opladen.

“We hebben regelmatig een stop. Een keer omdat we ergens langs de kant van de weg brood met bonen kunnen kopen. Ik heb in Soedan denk ik nog nooit zoveel betaald voor een broodje, maar de mensen die het verkopen zijn aanstekelijk vrolijk. Ze verdienen die dag goud geld! “

Verder stoppen we om een lekke band of ander oponthoud maar we hebben meestal geen idee waarom we nu weer stilstaan. Wanneer we dan de bus uitgaan komen we vanuit de andere bussen allemaal bekenden tegen.

Het konvooi keert om

We passeren een tankstation en rijden gewoon door, maar een half uur later keren de VN auto’s allemaal ineens om. Het blijkt dat ze bij nader inzien toch hadden moeten tanken, dus het hele konvooi moet mee terug. Het wordt schemerig en rond half zeven is het, zoals iedere avond in Soedan, helemaal donker. Er zit daar in de buurt een legerbasis van de SAF en zij leiden het hele konvooi naar een groot braakliggend terrein. We staan daar in totaal zeven uur stil. Mensen stappen uit hun bussen en vragen aan elkaar of iemand weet waarom we zo lang stilstaan, maar niemand begrijpt het. We komen er pas de volgende dag achter dat de SAF het op dat moment niet veilig vond om verder te rijden, omdat we de nacht in zouden gaan. In het konvooi zitten aardig wat heads of missions van diverse VN-organisaties, voor hun reputatie zou het wellicht schadelijk kunnen zijn als hen iets zou overkomen.

“Er is niets daar op dat terrein, ook geen wc. Het mag dan wel donker zijn, maar als je moet plassen dan ziet iedereen je zitten. Twee vrouwen uit de bus, één uit Kenia, en één uit Oeganda vragen mij of ik met hen mee wil plassen buiten. Eén van hen heeft een lange sjaal en om beurten houden we die met zijn tweeën vast zodat de ander erachter kan plassen. Een handig systeem!”

Mijn zoon kondigt rond acht uur aan: “Ik ben moe, ik ga slapen.” Hij gaat gestrekt liggen op twee stoelen, legt zijn hoofd op zijn kussen en valt meteen in slaap. Hij wordt de andere ochtend pas om zeven uur wakker! Ook mijn dochter slaapt goed die nacht en ik slaap rechtop zittend, met wat tussenpozen, ook redelijk. Harmen niet, hij heeft te veel onrust in zijn lijf en doet geen oog dicht.

Deze hobbel is genomen 

We komen uiteindelijk om half drie ’s middags aan op onze bestemming Port Sudan, een stad aan de Rode Zee. De reis duurt uiteindelijk meer dan dertig uur. We staan op een plein met al die duizend mensen en krijgen daar te horen dat het vliegveld in Port Sudan gesloten is. Er gaat geen enkele vlucht in of uit. Het volgende dilemma heeft zich dus alweer aangediend.

Er zijn slaapplekken geregeld door verschillende organisaties, voor de verschillende partijen. Wij kunnen terecht bij vrienden, die al eerder naar Port Sudan zijn vertrokken. Nu het vliegveld is gesloten weten we nog niet wat de volgende stap zal zijn, maar de hobbel Khartoum-Port Sudan is in elk geval genomen.

In mijn volgende blog lees je het laatste deel over onze evacuatie terug naar Europa...

Over dit Wereldwijf: Marije Elizabeth - Soedan

Keef, tamaam? Ik ben Marije Elizabeth en ik woon met mijn gezin in Soedan, omdat mijn man hier een baan heeft als country director bij een NGO. Hiervoor woonden wij voor drieënhalf jaar in Liberia. Het leven in een geheel andere cultuur geeft genoeg stof tot schrijven. Dit doe ik dan ook graag, op mijn blog en voor De Wereldwijven!