Land in de kijker! Ontdek Zwitserland in vijf steekwoorden
In deze serie zetten we de thuisbestemmingen van onze wereldwijven in het zonnetje en vragen we hen om hun land samen te vatten in (bijna) vijf steekwoorden. Deze week blijven we dichtbij Nederland en vragen we wereldwijf Ing te vertellen over haar thuisland Zwitserland!
Welke vijf zaken geven haar het onherroepelijke gevoel (thuis) in Zwitserland te zijn?

Zeg Zwitserland, zeg… Natuur!
Vanuit de woonkamer van onze terraswoning zie ik op een heldere dag de besneeuwde bergtoppen waar Zwitserland onder andere om bekend staat. En op vijf minuten rijden, kan ik genieten van één van de vijf- tot zeshonderd bergmeren die dit land rijk is. De kleuren van die meren variëren van het diepste blauw tot bijna smaragdgroen maar allemaal zijn ze betoverend mooi. Wij wonen landelijk aan de voet van de Alpen en om ons heen is het overal groen. Naaldbossen, loofbossen, moerassen en bergweides zorgen voor minimaal vijftig tinten groen. Overal en nergens stromen kleine en grotere beekjes die het water van de bergen afvoeren naar de meren. Normaal gesproken rustig kabbelend maar op natte dagen zijn het woeste waterpartijen.
Klimaatverandering zie ik hier met eigen ogen. Onlangs las ik een bericht in de krant dat wetenschappers in 2022 de sterkste afname in Zwitsers gletsjervolume hadden waargenomen sinds er metingen zijn. Een paar weken geleden maakten we een dagtour door de Alpen en reden langs een gebied waar we tien jaar terug ook eens waren. Vreselijk om te zien dat er vrijwel niets over was van een gletsjer die toen nog prominent aanwezig was.
Een nadeel van Zwitserland is het gebrek aan strand dacht ik. Hoe kon ik me zo vergissen, het stikt hier van de stranden! Niet aan zee natuurlijk maar langs de meren zijn er ontelbare stranden zowel openbaar als privé. Er zijn zelfs heuse beachclubs. Op een mooie zomerdag is het vechten om een parkeerplaats aan het meer en zie je mensen genieten langs en op het water.

Sportief
Elk jaargetijde nodigt uit om sportief bezig te zijn in de buitenlucht. Dat geldt voor de Zwitsers zelf maar ook voor de hordes toeristen die jaarlijks naar Zwitserland komen. ’s Zomers trekken veel mensen de bergen in om een stevige hike te maken. Degenen die meer avontuur zoeken kunnen zich hoger op de berg uitleven met touwen en klimhaken. Wie zich als een vogel vrij wil voelen in de lucht, kan leren paragliden of een keer mee gaan als passagier. Je kan er ook op uit met de fiets, mountainbike of wielrenfiets. Als mijn man vanuit het dal terug naar huis fietst moet hij met zijn racefiets wel even een helling van elf procent voor lief nemen. Mijn buurvrouw van bijna zeventig doet dat ook maar dan op haar elektrische fiets. Sowieso stikt het hier van de fietsers op een mooie zomerdag, het lijkt Nederland wel!
De meren nodigen uit tot allerhande watersporten in de zomer. Natuurlijk wordt er veel gezwommen en gesupt op een mooie zomerdag. Het meer waar wij bij wonen ligt beschut tussen de bergen en is daarom erg geliefd bij roeiers. Menig professioneel roeier maakt hier zijn trainingsmeters en er worden ook officiële roeiwedstrijden gehouden. Door het gebrek aan wind kan er op ‘ons’ meer bijna niet gesurft of gezeild worden, maar er zijn genoeg meren waar wel genoeg wind staat om die watersporten te kunnen beoefenen.
Maar Zwitserland is natuurlijk vooral geliefd vanwege de uitgebreide wintersportmogelijkheden. Het land is gezegend met veel hooggelegen skipistes en daarom zijn veel plekken sneeuwzeker. Wij zijn zelf geen skiërs (of snowboarders) maar als we zouden willen zouden we niet ver bij ons vandaan vanaf december tot april kunnen skiën. Afgelopen winter wilden wij leren langlaufen en theoretisch kan dat op een kwartiertje van huis. Helaas viel daar tot ver in de winter te weinig sneeuw. Toen het eindelijk wel flink ging sneeuwen en lang genoeg bleef liggen, waren wij wekenlang in Nederland. Wij ging van de regen in de drup!
Zwitserland = Kaas
Wintersport en kaas zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden want vaak wordt een dag op de lange latten afgesloten met een typisch Zwitserse kaasfondue of raclette. Zodra de R in de maand is zie je allerlei spullen die met kaasfondue te maken hebben in de winkel verschijnen. Spatels om de gesmolten kaas uit de raclette pannetjes te krijgen, vorkjes om brood of aardappeltjes aan te prikken voor de kaasfondue, stemmig servies en natuurlijk kaasfondue pannen. Deze zijn vaak rood of zwart met typisch Zwitserse afbeeldingen zoals bergen, dennenbomen, edelweiss of koeien.
Ik heb nog steeds niet gekaasfonduud maar dat betekent niet, dat ik niet geniet van die overheerlijke Zwitserse kazen. Elke middag beleg ik mijn brood met kaas zoals een Tilsiter of Vacherin Fribourgeois. Hoe harder ze stinken, des te liever ik ze heb. Ik heb inmiddels aardig wat kazen geproeft maar met een paar honderd verschillende soorten Zwitserse kaas kan ik voorlopig nog wel even vooruit.
Zwitsers zijn trots op hun kaas. Elke twee jaar, de laatste keer was in 2022, worden er kaaskampioenschappen gehouden. Daar test een deskundige jury honderden kazen aan de hand van bepaalde regels en wijst vervolgens per categorie een winnaar aan. De uiteindelijke winnaar van alle kazen mag zich Zwitsers kampioen noemen, een hele eer. De helft van de totale melkproductie in Zwitserland wordt gebruikt om kaas van te maken. Veertig procent van alle kazen wordt geëxporteerd en dus wordt Zwitserse kaas ook over de landsgrenzen gewaardeerd.

Openbaar vervoer
In Zwitserland wordt veel gebruik gemaakt van het openbare vervoer. Elke dag stappen ruim een miljoen Zwitsers de trein in en de SBB, dat is de Zwitserse NS, vervoert jaarlijks meer dan 450 miljoen passagiers. Verder rijden er zo’n 2400 bussen van groot tot klein die eveneens een miljoen mensen per dag vervoeren. Welk formaat ze ook hebben, ze zijn altijd kenmerkend geel met een afbeelding erop van een posthoorn.
In het begin vond ik het vreemd dat een bus in Zwitserland die personen vervoert, Postauto heet. Lang geleden reden er alleen maar postkoetsen rond. Die koetsen vervoerde niet alleen post maar ook personen. Jaren later maakte de postkoets plaats voor de trein. Treinen konden meer post meenemen en voor passagiers was de reis in de trein een stuk comfortabeler. Tegenwoordig is het postbedrijf nog altijd actief in het openbare vervoer en soms wordt personenvervoer nog gecombineerd met postvervoer. Met dat beetje achtergrond is de naam Postauto helemaal zo gek nog niet.
Bij ons in de Alpen zijn rekken gemonteerd achterop de bussen. In de zomer kan je daar je fiets kwijt en in de winter je ski’s. Jaren terug hadden allePostauto’s een zogenaamde Dreiklanghorn maar tegenwoordig niet meer. Ongeveer 600 Postauto’s hebben nog maar zo’n claxon en die vind je alleen nog in de bergen. Gelukkig hoor ik hier af en toe een sfeervolle Tü- Ta-To. Traditionele postkoetsen worden alleen nog gebruikt om toeristen in rond te rijden. Wie wil kan met een postkoets de Gotthardpas over en zo op een heel bijzondere manier genieten van het schitterende berglandschap.

Uiteraard! Zwitserland & chocolade…
En het toetje van deze blog is, hoe kan het ook anders, chocolade. Wist je dat Zwitsers de meeste Schoggi ter wereld eten? Ze werken ruim elf kilogram per persoon per jaar weg. Ik zal nog even aan de bak moeten om dat gemiddelde ook te halen want een Nederlander eet gemiddeld ‘maar’ vijf kilo chocola. De meeste chocolade wordt binnen de landsgrenzen opgesnoept maar er wordt ook veel geëxporteerd. Namen als Lindt, Ovomaltine en Toblerone spreken zowel in binnen- als buitenland tot de verbeelding.
Hierboven noem ik Toblerone Zwitsers maar eigenlijk is dat niet correct. Om een product Zwitsers te mogen noemen moet het in Zwitserland worden gemaakt. Sinds een paar maanden wordt een deel van Toblerone in Slowakije gemaakt en daarom mag het product niet meer Zwitsers worden genoemd. Dat was ook de reden dat de kenmerkende Matterhorn, Zwitserland’s beroemdste berg, van de verpakking af moest. Het voeren van een nationaal symbool is in Zwitserland gebonden aan strenge regels en met de gedeeltelijke verhuizing naar het buitenland werd daarmee gebroken. Daarom staat er tegenwoordig een willekeurige berg op de verpakking.
De Matterhorn is niet de hoogste berg van Zwitserland maar wel de meest tot de verbeelding sprekende. Zermatt, het pittoreske dorpje aan de voet van deze berg, is maar 160 kilometer bij van ons vandaan maar vanwege het bergachtige landschap doe je er wel dik drie uur over met de auto. Voor het mooiste uitzicht moet je vanuit Zermatt nog even een gondeltreintje nemen naar het Sunnegga uitkijkplatform. Daar heb je het allermooiste uitzicht op de iconische pyramidevormige berg die ooit stond afgebeeld op de Toblerone reep.