Oorlog in Soedan – Deel 4: Militaire vlucht

Marije Elizabeth

In het nieuws hoor je weinig meer over de oorlog in Soedan, maar iedere dag gaat deze nog steeds in alle hevigheid verder. Een half jaar geleden moest wereldwijf Marije vanwege de oorlog in Soedan halsoverkop evacueren. Na acht dagen in het oorlogsgeweld te hebben gezeten, krijgen ze eindelijk groen licht dat de evacuatie voor haar en haar gezin begint. In een serie blogs schrijft ze over die heftige tijd.

Dit blog beschrijft het laatste stukje van onze evacuatie uit Soedan. In mijn voorgaande blogs – deel 1deel 2 en deel 3 – deelde ik hoe de oorlog begon, en wij, wachtend, opgesloten zaten in ons eigen huis. Uiteindelijk kregen we groen licht om te evacueren en begon het konvooi naar Port Sudan, ons allerlaatste verblijf in Soedan. Kunnen we het land definitief verlaten en terugkeren naar Nederland?

Wereld - Soedan
Foto’s: Marije – Dit is Hilbert! Het poppetje dat onze zoon snel in zijn rugzak had gepropt… Van alle spullen die hij mee kon nemen, nam hij dit malle ding mee 🙂

In het holst van de nacht

We komen aan bij onze vrienden, die we kennen uit Khartoum. Zij zijn, samen met hun team van collega’s een dag eerder aangekomen in Port Sudan. Ze hebben twee verdiepingen met appartementen gehuurd. Er staan fruit en snacks klaar. We stappen onder een warme douche en trekken na dagen eindelijk schone kleren aan. ’s Avonds wordt er eten gehaald en we kunnen aanschuiven bij de groep mensen in de grote hal. Ik voel me helemaal rozig. 

“Sorry dat het maar zo’n simpele maaltijd van pizza en kip is,” verontschuldigt mijn Zuid-Afrikaanse vriendin zich. “Simpele maaltijd? Ik ben hier in een vijfsterrenhotel!” roep ik uit. Na die lange reis die we achter de rug hebben, is dit een ongekende luxe. Onze kinderen zijn van dezelfde leeftijd en zijn onmiddellijk met elkaar gaan spelen. Mijn achtjarige zoon stuitert de hal door, hij gooit al zijn energie eruit. Begrijpelijk na die lange busreis. We vallen die avond als een blok in slaap. Op een kaal matras, lakens zijn er nog niet, maar wat heerlijk om weer op een echt bed te slapen.

“Midden in de nacht word ik gebeld door vrienden die in een ander huis in Port Sudan verblijven. Zij hebben van iemand van de Nederlandse ambassade vernomen dat Nederlanders mee kunnen op een vlucht naar Jordanië. We moeten dan wel dezelfde nacht nog vertrekken, om in alle vroegte op het vliegveld te kunnen zijn.”

Ik maak Harmen wakker en nadat we zijn nagegaan of deze informatie klopt, besluiten we hiervoor te gaan. Ik vind het wel jammer en had hier graag nog een dag langer willen blijven, maar we moeten de kans die we aangeboden krijgen grijpen. Je weet niet wat en wanneer de volgende kans zal zijn. We slapen nog even en staan dan op om onze spullen te pakken. Midden in de nacht nemen we alweer afscheid van onze vrienden en worden door hun driver naar het vliegveld gebracht. 

Geen plek op de militaire vlucht 

Om 7:00 uur zijn we op het vliegveld, we komen tegelijkertijd aan met een ander gezin. Op datzelfde moment zien we een militair vliegtuig landen. De luchthaven is gesloten, op een paar personeelsleden na is er verder niemand. Er gebeurt heel lang niets en dan ineens komen er bussen vol met mensen aan. Het is een drukte van belang op de stoep voor de ingang van de luchthaven. Eén ding valt mij meteen op: ik ben de enige vrouw zonder hoofddoek. Pas later kom ik er nog één tegen en dat blijkt een Nederlands-Sudanese vrouw te zijn. Ook zij is midden in de nacht gebeld met de mededeling dat ze met haar gezin mee kan op de vlucht.

De mensen met wie we in gesprek raken komen uit Jordanië, Syrië of Egypte. We komen erachter dat het om een Jordaanse evacuatie gaat, niet een Nederlandse. De verwarring is ontstaan omdat de Nederlandse vlucht ook naar Jordanië zou gaan en we via de Nederlandse ambassade dit aanbod kregen. Maar het zit dus anders. Ik zie geen andere Nederlanders. Zij die bij de VN werken gaan via een overtocht naar Saudi-Arabië, om van daaruit verder te reizen.

“Er stopt een geblindeerde wagen voor de deur en de ambassadeur van Jordanië stapt uit. Hij gaat naar binnen, komt even later weer naar buiten en roept: “zijn hier ook Nederlanders?””

Hij legt ons en de andere Nederlandse vrouw uit, dat de Nederlandse ambassadeur hem heeft benaderd met de vraag of de Nederlanders in Port Sudan mee mogen op deze vlucht. Daar heeft hij ja op gezegd, maar nu zijn er veel meer mensen gekomen dan verwacht. “En dan is het toch eigen volk eerst”, zegt hij. Hij gaat kijken wat hij kan doen, maar als we mee kunnen dan zal dat met een ander vliegtuig zijn dat pas om elf uur ’s avonds vertrekt. We moeten hier blijven wachten, maar het is niet zeker of het gaat lukken. 

Wereld - militaire vlucht
Marije: “We gaan even verderop zitten op de brede stoep. Het is warm, de kinderen vervelen zich. Het wachten duurt lang.”

Ik zie het even niet meer zitten

Dan zie ik het even niet meer zitten. We hebben drie gebroken nachten achter de rug, ik sta te tollen op mijn benen van vermoeidheid. We zitten buiten op een stoep, met veertig graden. Het water raakt op, de tas met eten wordt leger. De kinderen zijn moe en vervelen zich. Het is nog geen 10 uur ’s ochtends en we moeten tot 11 uur ’s avonds wachten, zonder de zekerheid dat we mee kunnen. Ik heb zoiets van: laten we teruggaan naar onze vrienden in het appartement. We zien wel hoe we het land uitkomen. Maar Harmen zegt dat we moeten wachten. Als we nu weggaan is er sowieso geen plek voor ons op de vlucht. 

Ik ga verderop zitten met de kinderen, terwijl Harmen bij de ingang blijft wachten op eventuele verdere informatie. Ondertussen appt hij heen en weer met de Nederlandse ambassade met de vraag of ze hun best willen blijven doen voor ons. Mijn dochter leest een boek, mijn zoon speelt met een Egyptisch jongetje. Ik raak in gesprek met de moeder van het jongetje. Ze is helemaal gesluierd, ik kan alleen haar ogen zien. We zitten naast elkaar op de stoep tegen een muur. Zij praat maar een klein beetje Engels, maar toch lukt het ons een gesprekje te voeren en elkaar te begrijpen. Ik krijg weer een beetje energie, merk ik en realiseer me dat deze evacuatie toch wel echt uniek is om mee te maken. Hoe afschuwelijk de situatie in het land ook is.

“We zullen dit, zo mag ik hopen, niet nog eens meemaken in ons leven. Misschien zitten we vandaag uiteindelijk voor niets hier te wachten er komt dan wel een ander moment dat het gaat lukken. Ik heb er weer vertrouwen in.”

Selfie met de ambassadeur

Harmen roept mij dat ik moet komen. Er is plaats voor ons in het tweede militaire vliegtuig, dat om zes uur vanavond zal vertrekken. De Jordaanse ambassadeur wil een selfie met ons maken om naar de Nederlandse ambassadeur te sturen. “Dan is dit mijn ticket”, denk ik blij. Als de ambassadeur selfies met ons gaat staan maken, zitten wij zeker weten op die vlucht! Harmen regelt gauw met de organisatie in Nederland een vlucht van Amman naar Amsterdam. 

Kort daarna mogen we naar binnen. We checken onze spullen in en krijgen stempels in ons paspoort. We kopen chips en frisdrank. Mijn zoon voetbalt samen met andere jongetjes met een stuiterbal in de hal. Het is er warm, er is geen airco, we moeten nog een paar uur wachten. Dat maakt ons niets uit, we zijn alleen maar opgelucht dat we kunnen vertrekken.  

Wereld - Soedan

Militaire vlucht

De Special Forces van Jordanië begeleidden het gehele proces. Het vliegtuig staat klaar en voordat we naar binnen mogen worden de mannen gescheiden van de vrouwen en kinderen, in twee rijen. Ik druk de kinderen op het hart dat het toch wel heel bijzonder is zo’n militair vliegtuig, dat ze dit waarschijnlijk maar één keer in hun leven meemaken. “Jahaa, mama,” zuchten ze wanneer ik het voor de derde keer herhaal.

“Via de laadklep lopen we één voor een naar binnen. We zitten met de vrouwen en kinderen in twee lange rijen tegenover elkaar, in van die hangmatten, er zijn geen gordels. We krijgen oordoppen, wat geen overbodige luxe is, het geluid wat het toestel maakt is oorverdovend. Aan de andere kant zitten de mannen rustig in twee lange rijen tegenover elkaar. Bij de vrouwen en kinderen is het een grote drukte, iedereen hangt half over elkaar heen.”

Vijf-daagse evacuatie 

We vertrekken uiteindelijk rond half acht, de vlucht duurt vier uur en we landen op het militaire vliegveld van Amman, de hoofdstad van Jordanië. Hier worden we opgewacht door mensen van de Nederlandse ambassade in Jordanië en zij zetten ons op een taxi naar het normale vliegveld. We missen de nachtvlucht, maar kunnen gelukkig mee met een vlucht de volgende ochtend. De nacht moeten we doorbrengen op het vliegveld, maar het kan ons niets schelen, die laatste nacht kan er ook nog wel bij. We slapen een paar uurtjes op de stoelen in de hal. Wat ben ik blij dat we alle vier ons hoofdkussen hebben meegenomen, die hebben ons er echt doorheen gesleept.  

We vliegen via Istanbul naar Schiphol, dit keer gewoon tussen de toeristen en andere reizigers. Mijn vader staat ons op te wachten en tot mijn verrassing ook twee vriendinnen van mij. Wat een vreugde om hen te zien. De evacuatie heeft vijf dagen geduurd en het is gelukt, we zijn in Nederland.

Over dit Wereldwijf: Marije Elizabeth - Soedan

Keef, tamaam? Ik ben Marije Elizabeth en ik woon met mijn gezin in Soedan, omdat mijn man hier een baan heeft als country director bij een NGO. Hiervoor woonden wij voor drieënhalf jaar in Liberia. Het leven in een geheel andere cultuur geeft genoeg stof tot schrijven. Dit doe ik dan ook graag, op mijn blog en voor De Wereldwijven!